Discussie over BENG-eis aan warmtebenutting ventilatie afvoerlucht

De aanstaande BENG-eis gaat verschillend om met technieken die warmte in de ventilatieafvoerlucht hergebruiken. De eerste BENG-eis stelt een maximum aan de warmte- en koudebehoefte van een gebouw. Daarbij wordt warmteterugwinning uit de ventilatielucht (met een balansventilatieunit met WTW) meegerekend. De WTW-unit vermindert de warmtebehoefte van het gebouw omdat de toevoerlucht wordt voorverwarmd met warmte uit de afvoerlucht. Dat is een helder verhaal.

Maar, binnen de eerste BENG-eis worden andere technieken die warmte uit de afvoerlucht gebruiken, dan weer niet meegerekend. Bijvoorbeeld een warmtepompboiler, waarbij een warmtepomp de ventilatieafvoerlucht als bron benut om een tapwaterboiler te verwarmen. Of een hybride verwarmingstoestel dat de de ventilatieafvoerlucht benut als warmtebron voor een combi-cv toestel. Deze technieken leveren binnen de huidige BENG systematiek geen bijdrage aan het behalen van de eerste BENG-eis.

ventilatie

In een eerdere blog over de eerste BENG-eis merkte bureau Kent dit verschil in benadering al op. Ook binnen de BENG werkgroep is dit nu herkend. In een verslag dat Lenteakkoord op 22 januari online zette, staat dit onderwerp bij de discussiepunten over BENG vermeld. De deskundigen merken op dat de norm hier nog niet helemaal past. De ene vorm van warmteterugwinning op ventilatielucht telt niet mee, en de andere wel. De methodiek voor het bepalen van de BENG-eisen is nog niet definitief. Voorlopig gebruikt men daarvoor tussenresultaten uit de NEN 7120 rekenmethode.

De eerste BENG-eis is zeer relevant, het is lijkt de bottle-neckeis voor bijna energieneutrale gebouwen te worden. Aan de tweede en derde BENG-eis is relatief gemakkelijker te voldoen. Bureau Kent adviseert partijen die zich oriënteren op de toekomstige eisen voor energieneutrale gebouwen.