Energielabel wordt commodityproduct

Het energielabel lijkt na een haperende start goed op weg. Iedere week worden ruim 5000 labels afgegeven. De frequentie van klachten over de labelwebsite onder erkend deskundigen is sterk afgenomen. De prijs voor labels ligt ruim onder de door de overheid acceptabel geachte paar tientjes. En volgende maand gaat Funda de labels bij woningadvertenties tonen. Tijd voor een beschouwing: bureau Kent ziet het energielabel als commodityproduct. En dat heeft zijn voor- en nadelen. Een energielabel als commodityproduct is goedkoop, maar de kwaliteit kan onder druk komen te staan.

commodity energielabel

Wat is een commodityproduct? Economen en marketeers verstaan er producten onder met deze eigenschappen: de prijs komt door vraag en aanbod tot stand, de specificaties van het product zijn gestandaardiseerd, alle goederen hebben dezelfde kwaliteit, het product kan maar hoeft niet fysiek geleverd te worden, het product kan opgeslagen en bewaard worden, producten van verschillende producenten zijn identiek en het gaat om grote hoeveelheden. Dat is de algemene definitie van een commodityproduct en het energielabel voldoet er aan. Het label is een uniform product en iedere producent levert dezelfde kwaliteit energielabel. Alle erkend deskundigen volgend dezelfde training en er zijn eenduidige regels voor het opstellen van het label. Het maakt een woningeigenaar niets uit welke deskundige het label opstelt. Er worden veel labels opgesteld en labels zijn 10 jaar houdbaar. Dus alle kenmerken van een commodityproduct zijn aanwezig.

Wat is het gevolg? Leveranciers van commodityproducten, zoals het energielabel, kunnen niet concurreren op kwaliteit – want die is gestandaardiseerd. De enige manier waarop men zich van de concurrent kan onderscheiden, is door de prijs te verlagen. Daardoor zijn de marges op commodityproducten laag. Marketeers noemen die prijsconcurrentie ‘the race to the bottom’. Die prijsconcurrentie is in de markt voor het energielabel duidelijk waar te nemen. Er zijn aanbieders die het label voor 7 of 9 euro beoordelen en afmelden, en er circuleren posts waarin men het over gratis energielabels heeft.

Op korte termijn is het fijn voor woningeigenaren dat de prijs van het energielabel zo laag is. Vanaf februari gaat Funda de labels vermelden. Het is heel aannemelijk dat het label langzamerhand min of meer geaccepteerd en ingeburgerd zal raken en daar is niets mis mee. Maar laten we een stap verder denken. Marktonderzoekers stellen dat een woning met een gunstig energielabel meer waard is. Er zijn ook hypotheekverstrekkers die de normen wat verruimen voor kopers van een woning met een gunstig label. Als dat bewustzijn doorzet, en taxateurs bijvoorbeeld het energielabel meewegen in hun waardeoordeel, kan er een situatie ontstaan dat particuliere woningverkopers financieel voordeel hebben van een gunstig label. En dan wordt de verleiding groot om ‘rooskleurige’ antwoorden te gaan geven op de tien vragen in de labelwebsite. Fraude, zou je dat kunnen noemen. Zou degene die voor tien euro een label afmeldt echt de tijd nemen om al het bewijsmateriaal kritisch door te nemen en zo fraude tegen te gaan? Bureau Kent denkt van niet. Juist wanneer het label succesvol wordt, juist wanneer er in de markt waarde aan gehecht gaat worden, wordt de kans groot dat er met het label gefraudeerd gaat worden. En daar lijkt nog geen goed antwoord op te zijn. De ILT controleert het label niet op kwaliteit maar alleen op aanwezigheid. De ultieme controleur van het energielabel is de woningkoper. Wanneer woningkopers fouten gaan constateren, zullen ze hulp zoeken bij consumentenorganisaties. En wanneer die rumoer gaan maken, kan het imago van het energielabel voor woningen even snel wegzakken als het nu aan het rijzen is.