Gewijzigd in EPC: compact bouwen
Compact bouwen, met als voorbeeld de kubusvorm die een minimaal buitenoppervlak heeft in verhouding tot het vloeroppervlak, krijgt in de gewijzigde rekenregels van de NEN 7120 iets meer nadruk. In deze en vorige blogs kijken we vooruit naar de veranderingen die we kunnen verwachten wanneer wijzigingsblad A1 van kracht wordt. Vaak kijken we naar de manier waarop energiebesparende technieken in de norm berekend en gewaardeerd worden. In deze blog kijken we naar het energiebudget: hoeveel energie mag een gebouw verbruiken, om aan de EPC-eis te voldoen?
Het energiebudget (in de NEN 7120 spreekt men van toelaatbaar karakteristiek energiegebruik) hangt af van de grootte van het gebouw. Naarmate een gebouw groter is, mag het ook meer energie gebruiken. Dat is logisch, anders zou een grote villa nooit dezelfde EPC als een klein appartement kunnen hebben. Het energiebudget bestaat uit drie delen: een vaste hoeveelheid per woning, een hoeveelheid per vierkante meter gebruiksoppervlak en een hoeveelheid per vierkante meter buitenoppervlak. Deze hoeveelheden gaan veranderen. Om een voorbeeld te geven: per vierkante meter gebruiksoppervlak is het budget momenteel 310 Megajoule. Dat gaat omhoog, naar 355 Megajoule. Tegelijkertijd gaat het energiebudget per vierkante meter buitenoppervlak omlaag van 85 naar 75 Megajoule. Compacte gebouwen, met veel vloeroppervlak in een buitenschil van beperkte afmetingen, zullen vooral profiteren van het opgehoogde budget per vierkante meter gebruiksoppervlak. De wat grilliger gebouwen, met een relatief groot oppervlak van de buitenschil, profiteren minder van het toegenomen budget per vierkante meter gebruiksoppervlak, maar hebben wel wat nadeel van het lagere budget per vierkante meter schiloppervlak. Bij dit soort gebouwen zal goede isolatie van de buitenschil extra belangrijk worden.
De eerste verkennende berekeningen laten zien dat de gevolgen beperkt blijven: bij een EPC-eis van 0,40 gaan compacte gebouwen er 0,01 tot 0,02 punten op vooruit, waarbij grillig gevormde gebouwen tegen een nadeel van 0,01 aan kunnen lopen. Een wijziging met beperkte gevolgen dus, maar wel een wijziging die vooruit wijst naar de regels die straks onder BENG gaan gelden. De eerste BENG-eis stelt een limiet aan de energievraag per vierkante meter gebruiksoppervlak, zonder dat er nog gecompenseerd wordt voor de grootte van het buitenoppervlak.