Nog geen CO2 reductie door gasloos bouwen
We gaan gasloos bouwen. Dat besluit is versneld door Groningen, maar de echte motivatie ervoor is het reduceren van de CO2-uitstoot. Om een te sterke opwarming van de aarde te voorkomen, moeten we minder fossiele brandstoffen verbranden.
Wat is nu het effect van gasloos bouwen? Natuurlijk, in het gebouw staat geen gasketel meer en dus is daar minder CO2-uitstoot. Maar daar staat tegenover dat het gebouw nu met een elektrisch toestel wordt verwarmd. En hoe wordt die elektriciteit gemaakt? In Nederland wordt elektriciteit geproduceerd in een mix van zonne-energie, windenergie en gas-, steenkool- en kerncentrales. Met name de gas- en steenkoolcentrales zorgen voor een forse CO2-uitstoot. Ook wanneer we het gemiddelde bekijken, van al deze vormen van stroomopwekking, is de CO2 uitstoot per geleverde kilowattuur nog steeds hoog.
Om het effect van veranderingen – zoals gasloos bouwen – op de CO2 uitstoot te meten, wordt gewerkt met de ‘marginale CO2 uitstoot’. En die is zelfs hoger. In het kort komt het hier op neer: door gasloos bouwen stijgt de vraag naar elektriciteit. Omdat die extra elektriciteit niet door zon en wind geleverd kan worden (die zijn all full time in bedrijf) komt het er op neer dat de gas- en kolencentrales meer draaiuren gaan maken.
Dus, om daadwerkelijk de CO2 uitstoot te verminderen is gasloos bouwen niet genoeg. We zullen ook onze elektriciteitsproductie moeten verduurzamen. Niet alleen meer windparken en zonnepanelen. Maar ook andere vormen van opwekking, bijvoorbeeld biomassacentrales die werken wanneer de wind niet waait en de zon niet schijnt.