Warmtewet schiet doel voorbij

De warmtewet lijkt niet langer te doen waar deze voor bedoeld is. De bedoeling was om afnemers van warmte, zoals bij stadsverwarming, te beschermen tegen te hoge tarieven. Iemand die op een warmtenet is aangesloten is voor de verwarming van de woning afhankelijk van één leverancier en kan niet overstappen (dat kan wel bij een leverancier van gas of elektriciteit). Als bescherming tegen die monopoliepositie is het ‘niet-meer-dan-anders’ principe bedacht. De kosten om een woning met stadswarmte te verwarmen, mogen niet hoger zijn dan de kosten om dezelfde woning met een gasketel te verwarmen. Dat leek altijd een goed uitgangspunt.

Dat is veranderd. Nederland wil op termijn af van het gebruik van aardgas en daarom is de energiebelasting op aardgas verhoogd. Met als gevolg dat conform de warmtewet een even grote verhoging van het warmtetarief is toegestaan. Nu dit daadwerkelijk aan het gebeuren is, willen warmteconsumenten af van die koppeling van de warmteprijs aan de gasprijs.

Is een collectieve warmtevoorziening een goed idee bij nieuwbouw? Het punt is dat goed geïsoleerde nieuwe woningen niet veel warmte voor verwarming nodig hebben. Dan loont het nauwelijks de moeite om veel geld in een distributiesysteem te investeren. Er is wel warmte voor warm tapwater nodig, maar dat is op een hoge temperatuur en wordt incidenteel gevraagd. Om dat collectief op te lossen, levert over het algemeen dure, complexe en zelden energiezuinige installaties op. Voor nieuwe woningen ziet bureau Kent warmtelevering niet als voor de hand liggend. Voor projecten met een hoge warmtebehoefte bij lage temperatuur (denk aan een zwembad) kan aansluiten op warmtelevering eventueel wel zinvol zijn. Het is zinnig om al in de ontwerpfase  advies in te winnen over de voor- en nadelen van de optie warmtelevering voor uw project.