Compact bouwen heeft de toekomst

Bijna-energieneutrale gebouwen stellen hoge eisen, en dan vooral aan de bouwkundige schil. Dat blijkt uit het verslag van de BENG themagroep die lenteakkoord op 22 januari online zette.  Met de huidige EPC-eisen is er nog veel architectonische en bouwkundige vrijheid. Alleen de isolatiewaarden van de schil liggen op een hoog niveau. De ontwerpvrijheid van architecten is nog redelijk groot, gebruikelijk is dat de EPC grotendeels behaald wordt met installatietechnische maatregelen. Maar dat zal veranderen met de komst van de BENG-eisen.

compact gebouwd

(foto Knack.be) Jacqueline Hooijschuur van RVO concludeert dat de eerste BENG-eis (aan de warmte- en koudebehoefte)  de bottle-neck is. Sterker nog: slechts twee van de tien nul-op-de-meterprojecten voldoen aan de toekomstige eis. Volgens Hooijschuur zijn de vijf belangrijkste parameters die van invloed zijn: 1) schilisolatie 2) goede luchtdichtheid 3) compact bouwen 4) bewust omgaan met glasoppervlak en 5) ventilatieverlies beperken. De derde en vierde maatregel betekenen dat architecten in hun ontwerpproces meer rekening moeten gaan houden met de energie-eisen. De vorm van het gebouw (zo min mogelijk buitenoppervlak bij een gegeven gebruiksoppervlak) en de afmetingen en positionering van glasvlakken zijn zeer bepalend bij het behalen van de eerste BENG-eis.

Bureau Kent onderschrijft de noodzaak om inherent energiezuinig te ontwerpen. In feite is de eerste BENG-eis een vertaling van stap één uit de trias energetica. Wel zal er aandacht nodig zijn om architecten en ontwerpers te doordringen van de noodzaak en onvermijdelijkheid dat de hier gevraagde energetische functionaliteit nieuwe randvoorwaarden stelt en in die zin hun ontwerpvrijheid begrenst.